Opinie - Mentale gezondheid van ouderen vraagt meer dan medicatie
Enkele jaren geleden volgde ik in mijn praktijk een oudere man met een depressie. Toen ik voorstelde om met een psycholoog te praten, schudde hij het hoofd: “Geef me gewoon een pilletje, zodat ik beter kan slapen.” Dit antwoord weerspiegelt in feite een bredere realiteit: medicatie gebruiken voelt voor veel ouderen vertrouwd aan, over gevoelens praten niet.
29 september 2025

Recente cijfers bevestigen een duidelijk patroon: naarmate we ouder worden, stijgt het gebruik van psychofarmaca aanzienlijk, terwijl psychologische zorg achterblijft. Volgens een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen gebruikte bijna één op de vier 80-plussers een antidepressivum, tegenover minder dan één op tien bij mensen jonger dan 40 in 2024. Ook het gebruik van antipsychotica ligt hoog: bijna één op de vijftien 80-jarigen kreeg deze medicatie minstens één keer voorgeschreven in het afgelopen jaar. In woonzorgcentra zijn de cijfers zelfs nog hoger, zoals ons eigen onderzoek eerder dit jaar aantoonde. Daar kreeg bijna de helft van de bewoners een antidepressivum voorgeschreven, en één op de drie een antipsychoticum.
Ondanks hun rijke levenservaring, veerkracht en wijsheid, die hen kan helpen moeilijke periodes door te komen, blijven ouderen niet immuun voor psychische problemen. Gezondheidsproblemen, verlieservaringen en een vaak verminderde zelfredzaamheid maken hen juist kwetsbaar. Toch doen zij relatief weinig beroep op psychologische hulpverlening. Cijfers van de conventie eerstelijnspsychologische hulp, opgezet om psychologische zorg beter toegankelijk te maken, tonen dat vooral (jong)volwassenen gebruikmaken van deze ondersteuning. Na het 65e levensjaar daalt het gebruik scherp, en bij 80-plussers is het bijna verwaarloosbaar, ondanks het feit dat financiële drempels in deze regeling grotendeels zijn weggenomen.
Dat ouderen deze vorm van zorg zo weinig gebruiken, heeft verschillende oorzaken: het aanbod sluit mogelijk minder goed aan bij hun noden, er spelen praktische beperkingen zoals mobiliteit, maar vooral lijken er diepere, intrinsieke barrières mee te spelen. Geestelijke gezondheidszorg blijft voor veel ouderen nog steeds taboe. Depressieve gevoelens of andere klachten worden vaak afgedaan als een normaal onderdeel van ouder worden, of men mist de woorden om ze te benoemen. Daardoor worden signalen van psychische problemen niet altijd herkend : door henzelf, hun omgeving of zorgverleners. Op die manier wordt de nood aan hulp vaak onderschat.
Terwijl er voor jongeren al initiatieven bestaan om mentale veerkracht en gezondheidsvaardigheden te versterken, blijft het aanbod voor ouderen te beperkt.
Psychofarmaca kunnen ouderen in bepaalde situaties tijdelijk helpen, maar langdurig gebruik brengt aanzienlijke risico’s met zich mee: vallen, cognitieve problemen en schadelijke interacties met andere geneesmiddelen zijn geen uitzondering. Tegelijkertijd blijven waardevolle kansen onbenut om psychisch herstel te bevorderen via therapieën die ook op latere leeftijd effectief zijn. Mentale gezondheid is immers een fundamentele pijler van levenskwaliteit, ongeacht welke leeftijd.
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en de Vlaamse Ouderenraad deden in rapporten van respectievelijk 2018 en 2020 al concrete aanbevelingen om de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen te verbeteren. Toch blijft de kloof tussen medicatiegebruik en psychologische ondersteuning schrijnend groot. Om dit probleem écht aan te pakken, is samenwerking tussen verschillende beleidsniveaus noodzakelijk. Vandaag is het zorglandschap nog te versnipperd, waardoor ouderen gemakkelijk tussen de beleidskieren vallen. Mentale gezondheid moet een structurele plaats krijgen binnen het ouderenbeleid, niet pas wanneer problemen al geëscaleerd zijn.
Wat moet er gebeuren?
- Versterk mentale gezondheidsvaardigheden bij ouderen en hun mantelzorgers
- Zet gerichte campagnes op via kanalen en op plekken die ouderen bereiken
- Organiseer sessies over stress, rouw, depressie en angst of andere aspecten relevant voor ouderen, dit kan binnen de conventie eerstelijnspsychologie
- Laat leeftijdsgenoten getuigen om stigma te doorbreken.
- Verweef geestelijke gezondheid in bestaande gezondheidschecks of infoavonden over bv. Voeding, beweging of chronische ziekten om dit net zo vanzelfsprekend te maken als bloeddruk of suikerwaarden.
- Breid het hulpverleningsaanbod uit, specifiek voor ouderen, en maak dit financieel en praktisch toegankelijk
- Pas therapievormen aan volgens de noden van ouderen
- Maak psychologische ondersteuning in woonzorgcentra de standaard, zeker rond het moment van opname
- Zorg voor ondersteuning op praktisch vlak wanneer ouderen zich moeten verplaatsen, of wanneer gekozen wordt voor zorg op afstand
Deze inspanningen vragen investeringen, maar vooral een duidelijke keuze: dat geestelijke gezondheid op oudere leeftijd evenveel aandacht verdient als lichamelijke gezondheid.
Ouder worden mag niet betekenen: meer pillen en minder praten. De cijfers tonen de nood, de oplossingen liggen klaar. Het is tijd om ze te gebruiken: voor onze ouders, onze grootouders, en eigenlijk ook voor onszelf. Zoals Jacques Brel zong: “Les vieux ne rêvent plus, leurs livres s’ensommeillent, leurs pianos sont fermés…” Tenzij we als samenleving écht luisteren. En handelen.