Medisch specialisten versnellen digitalisering: 75% attesten elektronisch tegen eind 2025
Administratieve vereenvoudiging is een cruciale hefboom in de modernisering van ons gezondheidszorgsysteem. De Onafhankelijke Ziekenfondsen (Helan) stellen vast dat het gebruik van elektronische attesten (eAttest) bij medisch specialisten een sterke vlucht heeft genomen. Eind 2025 werd al 75% van hun attesten digitaal verstuurd, tegenover amper 40% aan het begin van het jaar. Wat bij huisartsen en tandartsen al langer de norm is, raakt nu ook versneld bij specialisten ingeburgerd. Die omslag zorgt voor minder administratie en voor snellere terugbetalingen, wat zowel patiënten als zorgverleners ten goede komt.
17 december 2025

Van papier naar digitaal in 2025
In het eerste kwartaal van 2025 verliep nog 6 op de 10 attesten van specialisten op papier. Negen maanden later was dat aandeel al gedaald tot 5 op 10. Tegen het einde van het jaar waren minder dan drie op de tien attesten papier. Die eerst gestage maar daarna versnelde evolutie wijst op een duidelijke gedragsverandering: eAttest wordt stilaan de norm in plaats van de uitzondering.

Een tastbare winst voor het budget van de patiënt
Voor patiënten die eerst het volledige bedrag moeten voorschieten, kunnen terugbetalingstermijnen zwaar wegen op het gezinsbudget. Met eAttest verlopen de terugbetalingen van de bedragen die door de verplichte verzekering worden gedekt sneller: minder wachttijd, minder financiële druk en meteen een duidelijk overzicht van de zorguitgaven.
Het attestentraject verandert
Het papieren traject bestaat uit een opeenvolging van logistieke stappen die de terugbetalingstermijnen kunnen beïnvloeden:
- overhandiging van het attest aan de patiënt na de consultatie;
- verzending naar het ziekenfonds;
- inzameling en scanning;
- behandeling van onvolledige, moeilijk leesbare of verloren documenten;
- termijnen die kunnen oplopen tot meer dan twee weken voor terugbetaling
Bij elektronische attesten ziet dat traject er anders uit. De gegevens worden digitaal, veilig en traceerbaar doorgestuurd, wat een andere en snellere verwerking door de ziekenfondsen mogelijk maakt. Controles en verwerking blijven noodzakelijk, maar gebeuren op onmiddellijk beschikbare informatie. Dat verkort de tijd tot terugbetaling voor de patiënt aanzienlijk (gemiddeld 48 uur, met een maximum van 72 uur).
Wettelijke verplichting sinds september 2025
Sinds 1 september 2025 is elektronische facturatie voor ambulante prestaties verplicht voor alle artsen – huisartsen, specialisten – en tandartsen. Hoewel dat kader al langer bestond, bleven vooral specialisten achter. De sprong naar 75% markeert nu een belangrijk keerpunt.
Dat percentage kan nog verder verbeteren en weerspiegelt voor een deel een overgangsfase, waarin sommige specialisten hun software en interne processen nog aanpassen. Toch is het cruciaal dat de digitalisering zich voortzet, zowel om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen als om de voordelen voor iedereen te maximaliseren.
In dezelfde lijn voorziet de Belgische wetgeving een geleidelijke uitbreiding van deze verplichtingen naar kinesitherapeuten. Volgens de teksten die momenteel worden goedgekeurd, zou de verplichte elektronische overdracht van prestaties voor kinesitherapeuten begin 2027 van kracht kunnen worden.
Een digitale omslag die nu werkelijkheid wordt
Deze vooruitgang leidt tot minder administratieve lasten voor zorgverleners, een kleinere kans op fouten door papiergebruik, meer samenhang tussen de verschillende medische beroepen én duidelijk snellere terugbetalingen voor patiënten en zorgverleners.
Voor de Onafhankelijke Ziekenfondsen weerspiegelt deze evolutie een coherente modernisering van de sector, met voordelen voor zowel zorgverleners als patiënten.“De digitalisering van attesten bij specialisten is geen belofte meer, maar een realiteit. Patiënten krijgen sneller hun terugbetaling en meer inzicht in hun zorguitgaven, terwijl artsen zich kunnen focussen op wat echt telt: zorg verlenen”, aldus Giuseppe Di Leto, Directeur Gezondheidszorg bij de Onafhankelijke Ziekenfondsen.